Dit document is bedoeld om u duidelijk te informeren over het verloop van dit medisch-technisch onderzoek. Mogen wij u vragen deze tekst aandachtig te lezen. De arts is steeds bereid om u bijkomende en meer precieze uitleg te geven indien u dit zou wensen.

Een gastroscopie is een visueel onderzoek, die tot doel heeft letsels van de slokdarm, de maag en het duodenum te zoeken. Een gastroscopie is nuttig voor uw arts om de oorsprong van uw klachten te vinden.

  • Waarom vraagt uw arts een gastroscopie?
    Een gastroscopie is op dit ogenblik het referentieonderzoek om de slokdarm, de maag, en het duodenum te onderzoeken. Een gastroscopie maakt het mogelijk eventuele letsels te zien en biopten te nemen (de afname van een weefselfragmentje dat in het labo onderzocht wordt).
  • Hoe moet men zich voorbereiden voor een gastroscopie?
    U moet helemaal nuchter zijn (niet eten, niet drinken, niet roken, geen medicatie) gedurende 6 uur voor het onderzoek.
  • Hoe verloopt een gastroscopie?
    Voor het onderzoek wordt een soepel apparaat, de endoscoop, gebruikt. Die wordt langs de mond ingebracht na lokale verdoving van de keel en eventuele intraveneuze toediening van een kalmeermiddel. U ligt op uw linker zij. Het onderzoek is niet pijnlijk. U wordt niet gehinderd voor het ademen want de endoscoop gaat niet in de longen. Er wordt U verzocht tijdens het onderzoek kalm te ademen en het speeksel uit uw mond te laten lopen. Tijdens het onderzoek wordt lucht ingeblazen om de wanden van de onderzochte organen te ontplooien, waardoor u eventueel lucht kan opboeren. Indien nodig kunnen biopten genomen worden: dit is helemaal pijnloos. Tussen twee patienten wordt de endoscoop machinaal gedesinfecteerd; de gebruikte accessoires worden ofwel gesteriliseerd ofwel weggegooid indien het om eenmalig gebruikte instrumenten gaat. Na het onderzoek moet u nog anderhalf uur nuchter blijven om uw keel te laten ontwaken.
  • Welke complicaties kunnen zich voordoen tijdens het onderzoek?
    Elke medische handeling, elk onderzoek, elke interventie op het menselijk lichaam draagt een risico op complicaties, zelfs wanneer ze is uitgevoerd in perfecte omstandigheden van competentie en veiligheid, conform aan de huidige medische kennis en de van gang zijnde regelgeving. De complicaties van een gastroscopie zijn zeer uitzonderlijk. Ze omvatten: perforatie, bloeding, cardio-vasculaire problemen en infectie. Ze kunnen soms een hospitalisatie noodzakelijk maken. Ze kunnen in de hand gewerkt worden door uw medische of heelkundige voorgeschiedenis of door inname van sommige geneesmiddelen. Al deze complicaties treden meestal op tijdens de endoscopie, maar ze kunnen soms enkele dagen na het onderzoek optreden (pijn in de buik of de borstkas, braken van rood of zwart bloed, hoet, koorts, rillingen). In dit geval dient u ons of uw huisarts meteen te contacteren.

Dit document is bedoeld om u duidelijk te informeren over het verloop van dit medisch-technisch onderzoek. Mogen wij u vragen deze tekst aandachtig te lezen. De arts is steeds bereid om u bijkomende en meer precieze uitleg te geven indien u dit zou wensen.

  • Wat is een colonoscopie?
    Tijdens een colonoscopie wordt de dikke darm en in de meeste gevallen ook het einde van de dunne darm (of terminaal ileum) geinspecteerd. Dit gebeurt met soepele toestellen (of endoscopen) voorzien van optische systemen, die de visualisatie van de colonwand (of colon mucosa) toelaten, en op die manier eventuele letsels kunnen vaststellen. Het toestel wordt via de anus ingebracht. Door inspectie van de colonwand kunnen letsels gevonden worden, die uw klachten kunnen verklaren (buikpijn, stoelgangpatroonstoornissen, anaal bloedverlies,…). Ook het opsporen van precancereuse letsels is mogelijk. Gedurende het onderzoek kunnen biopten worden genomen (fragmenten van de mucosa die via een tang worden afgenomen), die nadien onder de microscoop onderzocht worden. Tijdens het onderzoek kunnen er ook eventuele poliepen verwijderd worden. Daarvoor bestaan er verschillende technieken, die door de arts die zich met u bezighoudt besproken worden. De meeste colonoscopieën zijn volledig: dit betekent dat het ganse colon zal onderzocht worden. In bepaalde goed geselecteerde gevallen, zal de arts het onderzoek beperken tot het laatste deel (of distale deel) van de darm.
  • Hoe gebeurt een colonoscopie?
    De voorbereiding kan verschillen van één centrum tot een ander, maar met dezelfde grote richtlijnen:

    • De patiënt moet nuchter zijn
    • Het colon moet proper zijn: sommige centra bevelen een licht dieet aan (restenarm dieet) en de inname van laxativa de dag vóór het onderzoek.
    • Het belangrijkste voor een colonoscopie is de darmspoeling door aangepaste vloeibare preparaten, die dienen ingenomen te worden in voldoende hoeveelheid (meerdere liters). Indien u bepaalde geneesmiddelen chronisch moet innemen, dient u de arts op de hoogte te brengen, zodat hij de nodige maatregelen zal kunnen treffen. De darmspoeling kan inderdaad de opname van bepaalde medicaties verstoren.

Het onderzoek wordt onder sedatie uitgevoerd (een relaxerend geneesmiddel wordt intraveneus toegediend, aan een dosis die indien nodig aangepast kan worden) of onder volledige anesthesie (of narcose). Deze laatste methode heeft het voordeel meer comfortabel te zijn voor de patiënt, die geen pijn zal voelen. Tijdens de colonoscopie, wordt inderdaad lucht ingeblazen om een expansie van de darmwanden te bekomen waardoor een betere visualisatie. Dit, samen met de progressie van de endoscoop, kan onaangename gevoelen of pijn veroorzaken. Wat betreft de narcose, zal de anesthesist zelf bijkomende inlichtingen kunnen geven. De colonoscopie gebeurt in het kader van een ééndagshospitalisatie. Dit is te wijten aan de voorbereiding vóór het onderzoek en ook aan de observatie die nodig is na toediening van sedativa of na de narcose. De arts zal u de toelating geven om na het onderzoek naar huis te gaan of zal u vragen om in het ziekenhuis te blijven (één nacht is dikwijls voldoende), bij voorbeeld na het verwijderen van poliepen. Het feit dat sommige patiënten in het ziekenhuis moeten blijven is afhankelijk van de bevindingen tijdens het onderzoek en dus van tevoren onvoorspelbaar. Wanneer de terugkeer naar huis wel mogelijk is de dag zelf, is het verboden zelf met een voertuig te rijden. Vervoer dient dus op voorhand geregeld te worden.

  • Kunnen verwikkelingen tijdens een colonoscopie gebeuren?
    Elke medische actie kan verwikkelingen veroorzaken. De complicaties van de colonoscopie zijn zeldzaam. Een darmperforatie vereist in de meerderheid van de gevallen een heelkundige ingreep, met de eigen risico’s verbonden aan deze procedure. Bloedingen, onder andere na het wegnemen van poliepen worden meestal door de endoscopist zelf behandeld, maar zullen een verlengd verblijf veroorzaken wegens observatie. In bepaalde gevallen zullen bloedtransfusies, of zeer uitzonderlijk, een heelkundige ingreep noodzakelijk zijn. Zeer zelden kunnen verwikkelingen zoals cardio-respiratoire stoornissen of infecties optreden, vooral als de patiënt onder chronische medicamenteuze behandeling is of bepaalde medico-chirurgicale antecedenten heeft. Het is de rol van uw anesthesist en van de endoscopist deze gegevens op te vragen en te interpreteren. Het is belangrijk te noteren dat de grote meerderheid van deze complicaties onmiddellijk zullen herkend (en dus behandeld) worden. Nochtans kunnen een aantal symptomen laattijdig (soms enkele dagen) optreden. Bij symptomen zoals buikpijn, anaal bloedverlies, koorts of rillingen,… dient de patiënt dringend contact op te nemen met de arts die het onderzoek uitvoerde.
  • Kan men een infectie door een colonoscopie oplopen?
    Tussen twee onderzoeken worden de endoscopen volgens gestandaardiseerde technieken ontsmet. Het geheel van de gebruikte bijkomende instrumenten (biopsie tang,…) wordt gesteriliseerd of weggegooid. Het risico een infectie op te lopen in de centra die deze referentie procedures toepassen is quasi onbestaand. Bijkomende inlichtingen betreffende deze desinfectie procedures kunnen eventueel besproken worden met de verantwoordelijke geneesheer.

Dit document is bedoeld om u duidelijk te informeren over het verloop van dit medisch-technisch onderzoek. Mogen wij u vragen deze tekst aandachtig te lezen. De arts is steeds bereid om u bijkomende en meer precieze uitleg te geven indien u dit zou wensen.

  • Wat is een echo-endoscopie (of endoscopische ultrasonografie)?
    Echo-endoscopie is een onderzoekstechniek waarbij een onderzoek van een deel van het spijsverteringsstelsel gebeurd door middel van een combinatie van een echografische en een endoscopische techniek. Een kleine echografiesonde is bevestigd op de tip van een endoscoop. Dit instrument kan in het maag-darmkanaal ingebracht worden. Van op die plaats kan de wand van het spijsverteringsstelsel of naburige organen echografisch onderzocht worden.
  • Waarom wordt een echo-endoscopie uitgevoerd?
    Het feit dat een echografiesonde onmiddellijk tegen de wand van een orgaan kan worden ingebracht, laat toe om informatie te bekomen die niet door andere technieken kan worden verkregen. Deze techniek is de beste techniek om de volledige de wand van de slokdarm, de maag, de twaalfvingerige darm, en de endeldarm te bestuderen. Ook organen in de onmiddellijke omgeving ervan, zoals de pancreas en de galwegen, kunnen goed in het licht worden gesteld (om bijvoorbeeld cysten, tumoren, stenen op te sporen). In bepaalde gevallen kunnen via deze weg tevens biopsies (weefselstalen) worden genomen door te prikken doorheen de wand van het spijsverteringskanaal.
  • Hoe moet u zich voorbereiden voor een echo-endoscopie?
    Om het onderzoek in goede omstandigheden te laten verlopen moet de maag leeg zijn (althans voor onderzoeken van het bovenste deel van het spijsverterinsstelsel). Daarom mag u niet eten, drinken, en liefst niet roken, gedurende 6uur voor het onderzoek. Informeer de geneesheer altijd indien u allergisch bent voor bepaalde medicaties, en vertel ook welke medicaties u inneemt. Voor het begin van het onderzoek moet u eventuele gebitsprothesen verwijderen en uw bril afzetten.
  • Hoe gebeurt de echo-endoscopie?
    Er wordt gebruik gemaakt van een “echo-endoscoop” (zie hoger). Om uw comfort gedurende het onderzoek te verhogen en de ongemakken meer draaglijk te maken, wordt meestal een kalmeermiddel (en soms ook een pijnstiller) langs intraveneuze weg toegediend, en wordt uw keel lokaal verdoofd door middel van een spray. Soms gebeurt het dat het toegediende kalmeermiddel als gevolg heeft dat u zich niet goed meer herinnert wat tijdens het onderzoek gebeurt (tijdelijk geheugenverlies). In bepaalde gevallen kan vooraf afgesproken worden om het onderzoek onder algemene verdoving uit te voeren. In dat geval is het de taak van de anesthesist om u hierover aanvullende informatie te geven. Het onderzoek duurt meestal 10 tot 20 minuten. Het geheel van het onderzoek (installatie in de endoscopieruimte, toediening van kalmeermiddel, het eigenlijke onderzoek, recuperatie na onderzoek, overbrengen naar recovery ruimte) kan ongeveer een uur duren. Indien kalmeermiddelen worden toegediend, is het aangeraden om nadien nog een tijd (minstens een uur) in de recovery ruimte te wachten tot blijkt dat de effecten van de sedatie (kalmeermiddelen) voldoende zijn verdwenen. Tussen twee patiënten wordt de echo-endoscoop volgens de bestaande aanbevelingen gedesinfecteerd. Andere hulpmiddelen worden gesteriliseerd of weggegooid (materiaal voor éénmalig gebruik).
  • Wat zijn de ongemakken veroorzaakt door het onderzoek?
    Het onderzoek is meestal niet echt pijnlijk. U kunt normaal ademen, want het toestel laat de luchtwegen vrij. Wel kunnen bepaalde ongemakken optreden zoals hinder in de keel, een gespannen of opgeblazen gevoel, en braakneiging. Als gevolg van de toegediende kalmeermiddelen, zult u zich meestal niet veel herinneren van de doorstane hinder.
  • Zijn er mogelijke complicaties?
    Echo-endoscopie is een onderzoekstechniek die slechts weinig risico’s inhoudt. Nochtans kan elke medische handeling, elk medisch onderzoek of interventie leiden tot bepaalde complicaties, zelfs indien ze op deskundige wijze en met de nodige voorzichtigheid worden uitgevoerd. Eén van de zeldzame complicaties is een perforatie (doorboring), voornamelijk een perforatie van de slokdarm. Dikwijls is dit mede het gevolg van een onderliggende letsel of abnormaliteit (gezwel, divertikel, arthrose van de halswervels, .). Andere mogelijke complicaties zijn hartproblemen, longproblemen, of infectieze problemen. In geval van biopsiename treden er zeldzaam verwikkelingen op van bloeding of infecties. In geval van verwikkelingen kan het soms nodig zijn over te gaan tot een chirurgische behandeling (met zijn eigen risico’s). Soms kan een bloedtransfusie of toediening van bloedderivaten noodzakelijk zijn. Deze complicaties kunnen soms in de hand worden gewerkt door uw medische of chirurgische voorgeschiedenis, of door inname van bepaalde medicaties. Eventuele complicaties treden meestal op tijdens of onmiddellijk na het onderzoek. Soms kunnen ze echter meer laattijdig duidelijk worden. Tekens die kunnen wijzen op een (laattijdige) complicatie zijn: pijn in de borstkas of de buik, koorts, rillingen, bloedbraken of bloedverlies in de stoelgang, …). In deze gevallen is het zeer belangrijk dat u contact neemt met uw behandelend geneesheer. Indien u de behandelende arts niet kunt bereiken, gelieve u dan aan te melden op de spoedgevallenafdeling van het ziekenhuis.
  • Bijzondere aanbevelingen
    Het is aangeraden om geen voertuig te besturen nadat u een onderzoek hebt ondergaan waarbij kalmeermiddelen werden toegediend of algemene anesthesie werd gebruikt. De gebruikte geneesmiddelen kunnen uw reflexen en beoordelingsvermogen aantasten. Om die reden moet u een begeleider voorzien indien het onderzoek op ambulante wijze wordt uitgevoerd. Om dezelfde reden is het af te raden om op de dag van het onderzoek belangrijke beslissingen te nemen waarvoor helderheid van geest noodzakelijk is. Soms zal een ziekenhuisopname noodzakelijk zijn (bij complicatie, of soms na biopsiename). Het is mogelijk dat antibiotica worden voorgeschreven (gedurende enkele dagen) in sommige gevallen na een biopsiename.
  • Alternatieven
    Endoscopie, echografie, CT-scanner, en in sommige gevallen magnetische resonantiescanner (MRI of KST) zijn de klassieke onderzoeken waarbij ziekten van het spijsverteringsstelsel worden geëvalueerd. Deze onderzoeken worden vaak uitgevoerd voor een echo-endoscopie. De echo-endoscopie is op dit ogenblik de meest accurate techniek voor het opsporen van zeer kleine afwijkingen in de pancreas en galwegen (kleine stenen, kleine gezwellen). Bovendien is de echo-endoscopie (voor ondermeer bepaalde oncologische aandoeningen) een techniek die belangrijke bijkomende informatie oplevert voor het op punt stellen van een precies bilan, dat moet toelaten een patiënt naar de meest geschikte behandeling te leiden.

De arts staat ter uwer beschikking voor bijkomende informatie

  • Wat is het?
    De videocapsule is een miniatuurcamera die het binnenste van het maagdarmkanaal in beeld brengt. De videocapsule heeft de grootte van een vitaminepil: ze weegt geen 4 gram en meet 1,1 op 2,7 cm. Binnen dit omhulsel zit een camera, een lichtbron, twee batterijen, een zender en een antenne. De patiënt slikt deze capsule in en vervolgens beweegt deze doorheen het slokdarm-maag-darmkanaal door middel van de normale beweeglijkheid van het maag-darmstelsel. De capsule belicht en fotografeert tweemaal per seconde het slijmvlies van de darm tijdens z’n passage. Deze beelden worden door de capsule doorgestuurd naar sensoren die de patiënt op z’n buik heeft. Vóór het onderzoek dienen deze sensoren op de buik gekleefd te worden: ze vangen de signalen (beelden van het maag-darmkanaal) op die de capsule doorstuurt. Deze beeldinformatie wordt opgeslagen in een “recorder”, t.t.z. een bakje dat de patiënt ook bij zich draagt om alle gegevens op te slaan. Dit alles werkt op batterijen die de patiënt ook op z’n gordel dient te dragen. Hun levensduur is 8 uur en da’s dan ook de duur van de registratie. De capsule beweegt te snel doorheen de slokdarm om hier betrouwbare informatie te kunnen over geven. De maag is dan weer een te groot orgaan waar de capsule als het ware “in verloren draait en keert” en men dus evenmin betrouwbare informatie verkrijgt. Maar dé toepassing voor de capsule-endoscopie is het onderzoek van de dunne darm. De dunne darm was tot voor de ontwikkeling van deze capsule eigenlijk “terra incognita” want de 4 meter lange dunne darm laat zich niet zomaar in z’n geheel onderzoeken (behalve tijdens een buikoperatie). Na passage doorheen de dunne darm komt de capsule terecht in de dikke darm en hier is de capsule opnieuw niet bruikbaar omdat er zich in de dikke darm stoelgang bevindt die het zicht belemmert. Vervolgens wordt de capsule via de natuurlijke weg uitgescheiden, gemiddeld 1 of 2 dagen na de inname. Dit gebeurt onopgemerkt.
  • Praktisch
    De patiënt biedt zich nuchter (minstens 12 u) aan in het ziekenhuis. Nadat de sensoren op de buik gekleefd werden wordt de capsule ingeslikt. Vervolgens kan de patiënt gerust naar huis gaan of in het ziekenhuis blijven, naargelang eigen voorkeur. Acht uur later biedt hij zich terug aan voor het verwijderen van de sensoren en de recorder. Deze laatste zal aangeschakeld worden aan de computer van de arts en alle opgenomen beelden (gemiddeld meer dan 50.000 !) worden overgeladen. Nadien kan de arts de beelden bekijken. Dat dit enige tijd in beslag neemt hoeft geen betoog, hoewel een getraind arts in ongeveer 1 uur het onderzoek kan afwerken. (Sommige artsen laten de patiënt de dag voor het onderzoek een purgeervloeistof drinken om de darm beter te ontledigen. Dit wordt echter niet door iedereen gevolgd).
  • Waarom een capsule-endoscopie?
    De voornaamste reden voor dit onderzoek is het opsporen van aandoeningen van de dunne darm en de meest voorkomende reden is een bloeding van het maagdarmkanaal van onbekende oorsprong. Concreet gaat het hier om patiënten die bloedverlies in de stoelgang hebben of bloedarmoede maar waarbij geen oorzaak hiervoor gevonden wordt in de maag of de dikke darm, door middel van een gastroscopie of coloscopie. Ziekten ter hoogte van maag of dikke darm zijn de meest frequente oorzaken van dergelijke bloedingen van het spijsverteringsstelsel en moeten dus steeds eerst opgespoord worden alvorens men overgaat tot een capsule-onderzoek. De capsule kan in de dunne darm bijvoorbeeld kleine bloedvatenkluwentjes (‘angiomen’) ontdekken, of zweertjes of (zeldzamer) een gezwel. Bij mensen met ziekte van Crohn kan men door middel van capsule-endoscopie aantasting van het darmslijmvlies ontdekken die men op geen enkele andere manier kan zien. In specifieke gevallen van ziekte van Crohn kan er dus een reden zijn om een capsule-onderzoek te verrichten.
  • Nadelen
    Capsule-endoscopie is niet geschikt voor onderzoek van de slokdarm, de maag en de dikke darm. De capsule kan enkel een diagnose stellen en er kan geen behandeling uitgevoerd worden tijdens het onderzoek. Indien dus een letsel gevonden wordt zal vaak een klassieke endoscopie met een “slang of buis” moeten uitgevoerd worden om het letsel te behandelen. Het kan ook zijn dat een operatie aangewezen is na dit onderzoek. Indien het onderzoek normaal is, mag men vrijwel zeker zijn dat er niets aan de hand is met de dunne darm. Voorlopig is de kostprijs van de capsule ook nog een probleem want dit toestelletje wordt niet terugbetaald door het ziekenfonds en kost ongeveer 650 euro. Reden te meer evenwel om steeds goed te overwegen bij welke patiënt het onderzoek voorgesteld wordt.
  • Potentiële gevaren
    Indien er een vernauwing is in het maagdarmkanaal kan de capsule hier komen vast te zitten en veroorzaakt dit een “obstructie”. Nochtans blijkt dit in de praktijk zelden echt een probleem te zijn en passeert de capsule toch of valt ze uiteindelijk uit elkaar. Nochtans dient het steeds aan de arts gemeld te worden indien men vroeger geopereerd is in de buik. Dragers van pacemakers dienen ook de arts hiervan op de hoogte te stellen, hoewel men intussen ook weet dat de golven die de capsule uitzendt niet interfereren met de normale werking van een pacemaker. Tijdens het onderzoek mag men geen MRI (magnetisch resonantie) onderzoek ondergaan en blijft men best uit de buurt van sterke magnetische velden.

Dit document is bedoeld om u duidelijk te informeren over het verloop van dit medisch-technisch onderzoek. Mogen wij u vragen deze tekst aandachtig te lezen. De arts is steeds bereid om u bijkomende en meer precieze uitleg te geven indien u dit zou wensen.

  • Wat is een ERCP?
    De endoscopische katheterisatie van gal- en pancreaswegen (ERCP) is een onderzoeksmethode die toelaat de oorzaak van uw klachten te bepalen wanneer andere onderzoeken gefaald hebben. Deze techniek laat tevens toe bepaalde aandoeningen endoscopisch te behandelen. Zo is het mogelijk galstenen te verwijderen, een drainage te verrichten van gal- en/of pancreaswegen, een stent in te brengen, enzovoort. Teneinde u voldoende informatie te verschaffen over het verloop van dit onderzoek vragen wij u dit document nauwkeurig te lezen.
  • Hoe gebeurt een ERCP?
    De gal- en pancreaswegen monden in het bovenste deel van de dunne darm uit (duodenum of twaalfvingerige darm) via een kleine opening, genaamd de papil van Vater. Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een endoscoop die via de mond wordt ingebracht tot in de twaalfvingerige darm. Het onderzoek vindt plaats op de afdeling radiologie waarbij de gal- en/of pancreaswegen zichtbaar worden gemaakt door middel van injectie van een contrastproduct na inbrengen van een catheter via de papil. Röntgenopnamen worden hierbij gemaakt waarna afhankelijk van het resultaat tot behandeling kan worden overgegaan. De eerste fase bestaat meestal uit het verbreden van de opening van het galkanaal (choledochus) door middel van een elektrisch mesje (endoscopische papillotomie of sfincterotomie). Vervolgens kunnen eventuele galwegstenen verwijderd worden met behulp van het inbrengen van een metalen mandje of ballon, eventueel na voorafgaande verbrijzeling. In geval een vernauwing wordt vastgesteld, kan deze opgerekt worden door gebruik te maken van een opblaasbare ballon of dilatator. Het is ook mogelijk om een tijdelijke of definitieve stent tot voorbij deze vernauwing in te brengen. Soms is het nodig het endoscopisch onderzoek te herhalen om de definitieve behandeling in te stellen na alle therapeutische mogelijkheden besproken te hebben. Teneinde het risico voor infectie te minimaliseren wordt de endoscoop voor ieder onderzoek gedesinfecteerd en worden de gebruikte accessoires gesteriliseerd of wordt gewerkt met materiaal voor eenmalig gebruik. Om dit onderzoek beter te verdragen wordt vrijwel steeds een vorm van anesthesie toegepast, zonodig in aanwezigheid van een anesthesist.
  • Wat is de voorbereiding voor een ERCP?
    Het is absoluut nodig nuchter te zijn gedurende de zes uur die het onderzoek voorafgaan (geen vloeibare of vaste voeding, niet roken). Breng steeds uw arts op de hoogte van eventuele allergieën en de geneesmiddelen die u gebruikt. Voor het onderzoek dienen eventuele juwelen, een bril of tandprothese verwijderd te worden.
  • Wat is de duur van het onderzoek?
    De ERCP is een technisch moeilijk onderzoek vergelijkbaar met een chirurgische behandeling, uitgevoerd langs endoscopische weg. De duur is dus sterk afhankelijk van de behandelingsindicatie (bv. het aantal galwegstenen dat verwijderd moet worden) en van de technische moeilijkheden die men tegenkomt. Men moet rekenen op minstens 2O minuten maar uitzonderlijk kan het onderzoek tot 2 uur in beslag nemen. Daarnaast moet men tijd bij rekenen voor het installeren in de onderzoekszaal, de toediening van de anesthesie en uiteindelijk het ontwaken. Indien het onderzoek onder algemene anesthesie wordt uitgevoerd mag men rekenen op een verblijf van 1 tot 3 uur in de ontwaakzaal.
  • Wat zijn de ongemakken van het onderzoek?
    Indien het onderzoek plaatsvindt onder algemene anesthesie zal u tijdens de procedure niets ondervinden. Bij het wakker worden kan er sufheid, vermoeidheid en lichte misselijkheid optreden als gevolg van de anesthesie. De endoscopie kan op zichzelf aanleiding geven tot pijn thv. de keel- en mondholte, buikopzetting, diarree en flatulentie. Het optreden van bovenbuikspijn gedurende de eerste 12 uur na het onderzoek ten gevolge van een therapeutische procedure thv. de gal- of pancreaswegen is niet uitzondelijk. Zonodig zullen pijnstillende en kalmerende middelen worden toegediend. Het is mogelijk dat er tijdens het onderzoek een drain thv. de gal- of pancreaswegen werd achtergelaten die langs de neus het lichaam verlaat, wat aanleiding kan geven tot enig ongemak. Na het onderzoek zal u minstens gedurende zes uur nuchter moeten blijven.
  • Welke complicaties kunnen door het onderzoek optreden?
    Iedere medische handeling, hetzij diagnostisch of therapeutisch, kan aanleiding geven tot complicaties, zelfs wanneer zij uitgevoerd wordt in ideale omstandigheden en volgens de regels van de kunst. De complicaties van een diagnostische ERCP zijn uitzonderlijk wanneer er alleen sprake is van het maken van röntgenopnamen. Een pancreasontsteking kan optreden (acute pancreatitis) of er kan infectie ontstaan thv. de galwegen of de galblaas. Dit laatste risico kan beperkt worden door het preventief toedienen van antibiotica enkele uren vóór het onderzoek, wat echter niet altijd aangewezen is. Wanneer de ERCP gepaard gaat met een therapeutische handeling (sfincterotomie en geassocieerde behandelingen) kunnen vaker complicaties optreden : acute pancreatitis, infectie van galwegen en galblaas, darmperforatie, gastro-intestinale bloeding. De frequentie van ieder van deze complicaties ligt rond de 1%. Uitzonderlijk kunnen andere verwikkelingen optreden zoals cardio-vasculaire of respiratoire. Deze complicaties kunnen in verband staan met andere onderliggende ziekten of gebruik van bepaalde geneesmiddelen. Het optreden van deze complicaties kan aanleiding geven tot het langer nuchter moeten blijven, verlenging van de hospitalisatieduur of een nieuwe endoscopische procedure of operatie noodzakelijk maken. In geval van bloeding kan het noodzakelijk zijn om over te gaan tot transfusie. Verwikkelingen doen zich meestal voor tijdens de endoscopische procedure maar kunnen ook pas enkele dagen later ontstaan (pijn thv. de buik of borstholte, koorts, rillingen,..). Wanneer deze klachten ontstaan nadat u ontslagen bent uit het ziekenhuis, dient onmiddellijk contact opgenomen te worden met de verantwoordelijke arts.
  • Alternatieven voor ERCP
    Echografie, CT-scan en soms de NMR-scan zijn technieken die meestal uitgevoerd worden alvorens tot een ERCP over te gaan. Soms kan hierdoor het uitvoeren van een ERCP vermeden worden, met name wanneer het gaat om een louter diagnostische indicatie. De ERCP is echter de enige diagnostische onderzoeksmethode die tegelijkertijd een endoscopische behandeling toelaat (extractie van galwegsteen, plaatsing van stent). Een heelkundige behandeling kan vaak een alternatief zijn voor endoscopische therapie maar brengt vaak een hoger risico mee, met name bij bejaarden en leiden tot langere hospitalisatieduur.
  • Weigering van een ERCP
    Indien het onderzoek dat uw geneesheer voorstelt niet wordt uitgevoerd kan dit nadelige gevolgen hebben voor uw gezondheid. Zo kunnen stenen die in de galwegen achterblijven aanleiding geven tot ernstige infecties met soms dodelijke afloop.

Uw geneesheer staat ter uwer beschikking voor iedere bijkomende informatie.